impression image impression image

‘De zusters mogen zich niets toe-eigenen, geen huis, geen verblijfplaats helemaal niets. En als pelgrims en vreemdelingen in deze wereld die in armoede en nederigheid de Heer dienen, kunnen zij vol vertrouwen aalmoezen (laten) vragen. En zij mogen zich niet schamen want de Heer heeft zich in deze wereld voor ons arm gemaakt.’ (RegCl 8, 1-3)

Deze tekst van Clara is op dit moment nogal actueel in mijn eigen leven als ‘zwerfclaris’. Samen met mijn medezuster van de Feminae Pacis ben ik op zoek naar een huis, een verblijfplaats, een plek om te wonen en te leven. En dat is nog niet eenvoudig als je budget daarbij onder de armoedegrens ligt. Dan ben je afhankelijk van de goedwillendheid van anderen. Ik heb als claris deze woorden van Clara altijd vooral ‘geestelijk’ verstaan, in de zin van: niet gehecht zijn aan je woonplek en bereid zijn deze te verlaten als dat gevraagd wordt. Nu ik dat laatste concreet gedaan heb en min of meer zwervend ben, merk ik hoe moeilijk het is om als pelgrim en vreemdeling te leven. En dan niet als een pelgrim die na een tocht van 3 maanden weer naar haar huis terug kan keren, maar als een vreemdeling, door de omstandigheden verdreven en op de vlucht, op zoek naar een plek om te wonen, een plek om weer te kunnen wortelen, groeien en bloeien.

"Nu ik dat laatste concreet gedaan heb en min of meer zwervend ben, merk ik hoe moeilijk het is om als pelgrim en vreemdeling te leven."

impression image impression image

De ervaring van het vreemdeling zijn is natuurlijk een opgave; hoe graag zou ik een vaste verblijfplaats hebben waar vanuit we als Feminae Pacis ook echt concreet in Delft aan de slag kunnen! Maar daarnaast is het ook een gave. Ik kan een klein beetje verstaan waarmee een vreemdeling wordt geconfronteerd die (nog) geen vaste verblijfplaats heeft. En dan zijn zij ook nog in een vreemd land, met een vreemde taal en een andere cultuur terecht gekomen!
En ik ervaar hoe het is om afhankelijk te zijn van anderen. Clara drukt mij op het hart mij daar niet voor te schamen. Dat doe ik soms wel een beetje als ik eerlijk ben… Clara zegt mij: schaam je er niet voor, de Heer zelf heeft zich in deze wereld voor ons arm gemaakt. Alles hebben wij gekregen en niets is van onszelf. Ik mag dus vragen waar dat nodig is en daar onze goede God voor danken! En natuurlijk dank ik ook de goede gevers, de mensen die mij helpen waar ik er zelf niet kom!

In vertrouwen vervolg ik mijn weg en mocht u een plek om te wonen weten in Delft of naaste omgeving….

Vrede en alle goeds en zegen!