Als zuster van de Feminae Pacis, de dochters van Clara, wordt mij met regelmaat gevraagd ‘of er al meer zusters zijn’, omdat ‘twee wel een smalle basis is’. Het klopt natuurlijk dat twee zusters een smalle basis is, en toch…
De opmerking raakt voor mij aan wat ik binnen de kerken en binnen de (oudere) ordes vaker zie gebeuren: het prat gaan op het feit dat er nog jongere broeders of zusters intreden, het aantal broeders/zusters of (jongere) kerkgangers als maat voor wat goed is. Natuurlijk is het leuk als je kerk of je orde ‘het goed doet’, maar is dat bepalend voor hoe we ons leven als gelovige en als broeder/zuster leven? En hoe bepaal je wat goed is?
In haar Testament schrijft Clara over zusters die haar gegeven zijn (TestCl 25). Het is niet aan ons om zusters of broeders te ‘werven’, dat is het werk van de Heer. Het is aan ons om Zijn wil te achterhalen (in gebed en onderscheiding) en daaraan gehoor te geven, om dat te gaan doen. En ja, als het dan de bedoeling is dat er zusters bij komen, erop vertrouwen dat Hij daar dan ook voor zal zorgen.
Het gebrek aan jongeren in de meeste kerken en het zeer kleine aantal jongere zusters en broeders in de kloosters heb ik de afgelopen jaren vaak uitgelegd als de ‘religieuze armoede van onze tijd’. Over de financiën en of we ‘s avonds wel allen te eten hebben hoeven we ons niet druk te maken, maar komen er nog nieuwe zusters bij? Deze vorm van ‘religieuze armoede’ interpreteerde ik dan positief: die vraag loslaten en in vertrouwen doorgaan!
De laatste tijd heb ik er veel over nagedacht, of dat wel klopt, van die ‘religieuze armoede’. Het kan kloppen, daar waar we het menselijk als armoede ervaren (het gebrek aan medezusters), en dan toch trouw blijven aan waar we voor staan. Er is echter ook een andere interpretatie mogelijk, namelijk dat veel kerken en kloosters niet meer bezig zijn met de wil van God, maar met hun eigen overleven. Dietrich Bonhoeffer schrijft ergens dat een kerk die met haar eigen overleven bezig is, geen toekomst heeft. Daar ben ik de laatste tijd wat over aan het mijmeren…
En ondertussen ga ik maar gewoon door met Luisteren en Gehoor geven aan waartoe Hij mij geroepen heeft. Medezusters blijven een gave van God, wij kunnen alleen maar onze roeping leven!