Boven dit artikel had ik ook kunnen schrijven: ‘Bekijk het eens van een andere kant.’ Maar ‘boustrophèdon’ vond ik een geschiktere titel. Het is een Grieks woord, samengesteld uit ‘bous’, het Griekse woord voor ‘rund, os’ en ‘strophè’ dat wending, het draaien betekent. Boustrophèdon is een bijwoord, dat het Griekse woordenboek omschrijft als ‘zoals ploegossen: heen en weer’ en van de schriftelijke taalneerslag wordt gezegd: ‘èn rechts- èn linkslopend’. In het woord herkennen we nog gemakkelijk het woord ‘strofe’, het geheel van een aantal versregels, dat in de klassieke koorgang van de tragedies en later ook in de kerk, om en om werd gezongen. Ik dacht aan het woord boustrophèdon, toen ik de lezingen tegenkwam van de dertiende zondag door het jaar (26 juni 2022). In zowel de eerste lezing (1 Kon. 19,19-21) als het evangelie (Lc. 9,51-62) gaat het over ploegen. Elia wordt achter de ploeg weggeroepen en op zijn reis naar Jeruzalem wordt Jezus tot driemaal toe door iemand benaderd, die hem wil volgen. Daarop reageert Jezus met de woorden: ‘De vogels hebben nesten en de vossen holen, maar de mensenzoon heeft geen plek om zijn hoofd neer te leggen.’ Vervolgens zegt Jezus tot zijn potentiële volgelingen, dat ze het verleden achter zich moeten laten en dat wie achterom kijkt bij het ploegen, ongeschikt is voor het Koninkrijk van God.
Met dat ploegen is iets interessants aan de hand. De boer die ploegt, moet inderdaad vooruitkijken om geen scheve voor in zijn land te trekken. Het is te vergelijken met een zeiler. Ook hij moet een vast punt aan de horizon nemen, wil hij koers houden. Welnu, aan het einde van de akker komt de boer bij de ‘versura’, het Latijnse woord dat de plaats aangeeft, waar de boer zijn ploeg omkeert. Het woord ‘vers’ in de poëzie hangt hiermee samen. Ook in de poëzie breken zinnen zomaar af om op een nieuwe regel verder te gaan. Wanneer nu een boer op zijn akker ploegt, van links naar rechts, heeft hij een vast perspectief aan de horizon, maar zodra hij zijn ossen omdraait, verschuift het perspectief en doemt er een ander uitzicht op aan de einder.
Nu zijn wij gewend om van links naar rechts te schrijven en te lezen. Zo wordt ons wereldbeeld gevormd. In het Hebreeuws is het precies andersom. De Hebreeuwse bijbel is geschreven van rechts naar links. Zo moet je hem ook lezen. Wie in de Hebreeuwse bijbel naar het Genesisverhaal zoekt, begint achterin. Maar het kan nog ingewikkelder. In enkele vroege geschriften van het Oudgriekse, het Hettitische en het runenschrift lopen de regels om en om, de ene regel van links naar rechts en de volgende regel van rechts naar links. Deze schrijfwijze heet in het Grieks boustrophèdon, het ossendraaischrift. Ik kwam deze gedachte tegen in Idee van het proza van Giorgio Agamben. Wie zo’n tekst leest wordt automatisch op het spoor gezet, dat een horizon kan verschuiven, dat een zaak van meerdere kanten kan worden gezien. Jezus’ opmerking over het ploegen ontstaat, als hij met twee leerlingen niet welkom wordt geheten in een Samaritaans dorp. Daarop willen deze leerlingen vuur van de hemel afroepen om het dorp te verdelgen. Jezus staat een andere houding voor. Op weg naar het Koninkrijk van God moet je blijkbaar zaken ook van een andere kant kunnen bezien. Een uitermate boeiende gedachte met allerlei demonstraties tegen de opwarming van de aarde en de boeren die de schuld van de stikstofcrisis in hun schoenen geschoven krijgen.
Laatst hoorde ik dat een boer zo’n 33 cent voor zijn melk krijgt. Maar dat kreeg hij dertig jaar geleden ook, terwijl de melk in de winkel ondertussen duurder is geworden. Met andere woorden: wil een boer relatief net zoveel geld beuren als voorheen, dan moet hij zijn veestapel vergroten. De stikstofcrisis wordt blijkbaar niet alleen veroorzaakt door de boer, maar ook door de tussenhandel en de consument. Vandaar dat ik het ploegen zo’n mooi beeld vindt en vooral het idee van de boustrophèdon, het draaien van de ossen. Zodra zij gekeerd zijn, ontstaat er een nieuw perspectief op de werkelijkheid. Er is niet alleen het perspectief van verdienen, maar ook dat van het behoud van de aarde. Franciscus noemde heel de levende en dode natuur al zijn broeder en zuster en zette ons aan tot een andere manier van kijken. Misschien komen we in de dialoog alleen tot elkaar, als we de schrijf- en leeswijze van de boustrophèdon wat meer in de gaten houden: bezie de dingen eens van meerdere kanten. Daarbij is geen enkele kant absoluut, want de ossen keren steeds weer om aan het einde van het veld.
boustrohpèdon
de wandelaar gaat stap voor stap
langs het kronkelende pad
traag is zijn ritme, kalm zijn pas
in het oude voetspoor van verdwenen pelgrims
zijn tred bepaalt de tijd om
rond te kijken
naar bomen akkers
bloemen wolken
een haas schiet door het hoge gras
zo spiegelt hij zich aan de vergeten runderen
voor de ploeg
hij groet de boer
ziet hoe diens ploegschaar een voor trekt door het land
het spoor volgt van de draaiende ossen van weleer
de blik gericht op dat wat komen gaat
en in het landschap groeit zijn inzicht
verandert steeds zijn beeld
door de wisseling van kleuren en geluiden
door de geuren meegedragen door de wind
door de stilte die zijn leven heelt
vogels keren naar hun nest
een vos naar zijn hol
maar de wandelaar gaat voort
zonder te weten waar hij die nacht
zijn hoofd neer zal leggen
en langs het slingerende voetpad
ontwaart hij het geheim dat het bestaan omsluit
vanzelfsprekend is er niets
omdat
zoals eens bij ’t keren van de ossen
de horizon telkens weer verschuift



