

Wat is dat nou? Een klaproos een mening? Waar gaat dit over?
Dit gaat over omgaan met de werkelijkheid. Saai woord: werkelijkheid. Maar voor wie duurzaam wil leven toch wel een kernwoord. Het gaat er om hoe we met de ons omringende werkelijkheid, de natuur, leefomgeving, hulpbronnen, historische ontwikkelingen, kortom de realiteit omgaan. En daar is wat mee aan de hand.
Dit onderwerp diende zich aan tijdens de coronacrisis. Er bleken hele groepen mensen te zijn die heel anders naar de uitbraak van het virus en de daarop volgende maatregelen keken dan ik. En dan heb ik het niet zozeer over complotdenkers ('we worden allemaal gechipt zodat de overheid controle over ons kan houden'), maar over mensen die wetenschappelijke feiten en vaststellingen afdeden als meningen. Meningen die dan evenveel waard waren als wat zij ervan vonden. Je hoefde geen wetenschapper te zijn om ook een mening te hebben. En dan heb je de ene mening tegenover de andere mening.
Dit terugbrengen, reduceren, van wetenschappelijk onderzoek tot het niveau van ook-maar-een-mening intrigeerde me. Het werd voor mij een voorbeeld van hoe we steeds verder komen af te staan van wat vroeger ‘de werkelijkheid’ werd genoemd en als zodanig, als vaststaand, werd ervaren. Ik moet denken aan de manier waarop we zaken met elkaar financieel afwikkelen. We denken dat we afrekenen met geld. Maar dat geld is allang geen geld meer. Wat oorspronkelijk edelmetaal was dat je kon zien, voelen, meten, wegen, delen, opslaan enz. (ons woord geld komt van ’goud’) is steeds abstracter geworden. Abstracter, steeds losser van de fysieke werkelijkheid. Goud werd vervangen door waardepapieren, waardepapieren werden vervangen door chipkaarten. Als we nu wat kopen, wordt onze portemonnee niet lichter, maar veranderen ergens in een of andere computer cijfertjes, aangestuurd door nullen en enen. Dat het toch lukt om iets te kopen komt doordat we samen hebben afgesproken dat we erop vertrouwen dat die nullen en enen iets met de werkelijkheid, met iets van waarde te maken hebben. Interessant.


Karen Armstrong geeft in de inleiding van haar boek De Heilige Natuur een ander voorbeeld. Ze observeert: "We lopen op een plek van extreme schoonheid, terwijl we in onze telefoons praten of door sociale media scrollen: we zijn aanwezig, maar eigenlijk afwezig. In plaats van contemplatief aan een rivier te zitten of vol ontzag naar een bergketen te staren, nemen we obsessief de ene na de andere foto van het uitzicht. In plaats van het landschap een intieme plaats te geven in onze geest en ons hart, nemen we afstand van de natuur, die langzamerhand een gesimuleerde werkelijkheid wordt".
Gesimuleerde werkelijkheid, virtuele werkelijkheid. Dat zijn ‘werkelijkheden’ die zich gemakkelijk laten manipuleren. Die we naar onze hand kunnen zetten. En daarmee zijn we de gemeenschappelijke basis van ons aardse bestaan aan het kwijtraken: de aarde onder onze voeten. Een aarde die ons feitelijke (feit!) grenzen stelt en die – alle goede bedoelingen ten spijt – steeds verder door ons wordt geplunderd. Eind juli dit jaar hadden we als mensheid (en dan vooral wij in het Westen) meer gebruikt van de aarde dan ze kan bijbenen (overshootday).
Het verbaasde me niet dat in de ‘groene encycliek van paus Franciscus, Laudato si’, het begrip werkelijkheid een belangrijke rol speelt. Het komt er tig keer in voor. En dat spreekt vanzelf. Als we anders willen en moeten omgaan met de natuurlijke wereld, dan is het wel zaak dat die feitelijk bestaat en dat de voorstellingen die we ervan maken door een meerderheid gedeeld en aanvaard worden. Het gaat niet over gedachtenspinsels, ideeën, meningen, het gaat om de harde realiteit van onze leefwereld. Waar hebben we het anders over?
Nee, een klaproos is geen mening. Je kunt haar ruiken, aaien, bezig zien met het lokken van hommels, opbloeien en vergaan. Een klaproos aan de kant van de weg is wérkelijk. En uiterst kwetsbaar. Laten we daar heel zuinig op zijn. En op de rest van de natuurlijke wereld.
Foto: dit is géén klaproos