impression image impression image

Een maand geleden ben ik verhuisd naar Gent, de mooiste stad van België. Om daar straatpastor te worden namens de twee Gentse gemeenten van de Verenigde Protestantse Kerk van België. Nu betekent dat op dit moment vooral: thuis geraken in de stad. De straten leren kennen én de mensen leren kennen. Het betekent ook: mensen ontmoeten die werken in het maatschappelijk middenveld - zoals dat heet in het politiek en sociaal jargon. En dat middenveld is groot in deze stad. Dat heeft weer als gevolg dat er veel gebeurt.

impression image impression image

Eén van die dingen die gebeuren in Gent, is de ‘Armste Week’, die gehouden wordt in de koudste en donkerste tijd van het jaar. In december dus. In die week wordt van alles georganiseerd om geld in te zamelen voor verschillende projecten van armoedebestrijding. Afgelopen vrijdag werd de ‘Armste Week’ gepresenteerd aan de stedelijke en regionale pers. Om daar een feestelijk geheel van te maken, hadden de organisatoren - waarvan ik er in de afgelopen weken al verschillende had leren kennen - mensen opgeroepen om naar de Krook te komen, de centrale bibliotheek van Gent. De opzet was om aan het einde van de namiddag, als het donker begon te worden, een ketting van lichtjes te vormen. Daar kwamen heel wat Gentenaren op af. En armoede mag dan wel een serieuze zaak zijn - en ook in Gent een groot probleem, ondanks alles wat er gebeurt vanuit dat maatschappelijke middenveld - maar de sfeer was ronduit vrolijk en, ja, feestelijk. Toen we bezig waren om de lichtjesketting te vormen langs de oever van de Schelde, riep iemand naast mij: “Leve de armoede! Het brengt mensen samen!”

impression image impression image

Nu werd dat gekscherend gezegd en misschien zelfs een beetje cynisch. Toch bleef het bij mij hangen. Waarom bleef het hangen? In ieder geval niet omdat ik bij ‘armoede’ zo vaak aan Franciscus moet denken. Franciscus vond vrijheid en vreugde door vrijwillig arm te worden. De armoede waartegen wij in Gent onze lichtjes lieten branden, is echter voor té veel mensen bittere dagelijkse werkelijkheid. Ik denk eerder dat het bleef hangen omdat er toch ergens een kern van waarheid in zit. In het verleden heb ik aan veel protesten deelgenomen - tegen kernwapens, tegen racisme, tegen de bezetting van Palestina en tegen de klimaatcrisis, om er maar een paar te noemen. Allemaal ernstige zaken waar niet voor niets tegen geprotesteerd werd en nog steeds wordt. En tegelijk brengen die protesten inderdaad mensen samen. Samen ergens voor staan, je samen verzetten, dat schept verbondenheid. En méér dan dat.

impression image impression image

Laatst was ik met een oude vriendin aan het bijpraten, die ik heb leren kennen in de vredesbeweging. Nog steeds maken we ons allebei druk over veel dingen in onze wereld, die ingaan tegen wat ik maar zal noemen “het goede leven voor allen”. Nochtans kwamen we samen ook tot de conclusie: wat ons beiden - te midden van al dat kwaad - in ons leven gaande had gehouden en behoed had voor depressie, was vooral dat in actie komen, protest aantekenen, je niet neerleggen bij alles wat onze wereld tot zo’n kille en bedreigende plaats maakt voor veel mensen. Actie voeren geeft hoop. En het smeedt vriendschappen, die een leven lang kunnen duren. Dus: leve de armoede, leve het militarisme, leve de klimaatcrisis en leve het racisme. Want in de bewegingen die zich verzetten tegen al dat kwaad, komen de mooiste mensen samen.