

We weten allemaal dat de Nederlandse voedselindustrie groot is. Maar liefst 20% van onze nationale export bestaat uit landbouwproducten (zo’n 100 miljard euro per jaar), waarmee we de tweede landbouwexporteur ter wereld zijn. Maar het is net zo bekend dat de huidige Nederlandse voedselsector in transitie moet, want deze exportindustrie veroorzaakt grote problemen in eigen land. De sector, met name de dieronwaardige bio-industrie, is verantwoordelijk voor 14% van de totale Nederlandse uitstoot van broeikasgassen. En ze zorgt voor voedselverrijking van het oppervlaktewater en de arme zandgronden door een te grote hoeveelheid aan fosfor- en stikstofverbindingen (vermesting). En ze zorgt daarnaast voor veel stankoverlast, bodemuitputting, en verschraling van onze natuur. Terwijl landbouwchemicaliën veelal ziekmakend en funest zijn voor het behoud van de biodiversiteit.
Heel veel agrariërs en boeren leven daarbij onder een continue druk om steeds goedkoper te produceren, met armoede (‘bank-slavernij’) en stress als gevolg. En het is geen geheim dat het zelfmoordpercentage in de agrarische sector mede hierdoor schrikbarend hoog is, al decennialang. Dus het roer moet om.
En dat roer gáát hier en daar ook al om. In het hele land gaan mensen bezig met regeneratieve landbouw, waarin geen gebruik wordt gemaakt van pesticiden of kunstmest en kringlopen gesloten worden. In deze blog stel ik graag een aantal projecten van boeren en burgers aan u voor, die van onderop werken aan de realisering van duurzame, ecologisch verantwoorde voedselketens.


Herenboeren Nederland ondersteunt burgers bij de ontwikkeling van natuurgedreven coöperatieve Herenboerderijen. Elke gemengd bedrijf is ongeveer 20 hectare groot. Op 1 april jongstleden werd de zestiende Herenboerderij officieel geopend. De beweging werkt nauw samen met drie nieuwe initiatieven die vorig jaar ontstonden.
Allereerst Aardpeer, samen voor grond dat zich inzet voor toegang tot betaalbare landbouwgrond. Ten tweede de Boerenraad, die zich hardmaakt voor stimulerende wet- en regelgeving. En als derde De Plaatsen, een kennis- en innovatiecentrum dat onder meer burgers en boeren gaat voorzien van tools voor een (persoonlijke) transitie naar een regeneratief voedselsysteem.
Kairos in Zuidwolde zet zich als primair producent, verbinder en initiator in voor de ontwikkeling, implementatie en kennisdeling over directzaai en regeneratieve landbouw, voor voedselsystemen met de boer, bodem en (bio)diversiteit als basis. Kairos teelt gewassen met regeneratieve maatregelen. Het oude cultuurgewas Camelina levert bijvoorbeeld een smakelijke goudgele olie met aantrekkelijke voedingswaarden (hoog Omega 3 gehalte).
Lenteland is een coöperatie die regeneratieve boerderijen ontwikkelt waar iedereen mede-eigenaar van kan worden. (Er loopt momenteel een crowdfunding-actie). Op de Lenteland-boerderijen werken boeren samen met de buurt aan een gezonde bodem, gezond voedsel en een goed verdienmodel voor toekomstboeren. Momenteel zijn de eerste twee Lenteland boerderijen van start: Erve Kiekebos in Empe (Gelderland) en de Strackxhoeve in Laakdal (België). De ambitie is om in de komende tien jaar 100 boerderijen te ontwikkelen.
De Streekboer is een project in Noord-Nederland. Het is een soort bemiddelingsbureau tussen kleinschalige voedselproducenten en consumenten. Bij de Streekboer bepaalt elke boer zijn eigen prijs. Boeren worden dus niet ‘uitgeknepen’ en kunnen zich volledig richten op het aanbieden van producten die gezond zijn voor mens, dier en milieu.


Wij.Land werkt sinds 2016 in het veenweidegebied rondom Amsterdam en Utrecht in diverse projecten aan goede verdienmodellen voor de regeneratieve boer en hanteert een holistische benadering waarin alle aspecten een versterkende werking op elkaar hebben. Want regeneratieve landbouw is ook een sociale beweging die de emotionele verbinding met het landschap herstelt en de sociaal-economische positie en autonomie van boeren versterkt. Boeren krijgen weer perspectief, landschappen worden aantrekkelijker en mensen zijn meer betrokken bij voedselproductie. Zo ontstaat er een sterkere verbinding tussen stad en platteland en krijgt regeneratieve landbouw betekenis voor iedereen.
Al deze projecten bieden hoop dat het landbouw-roer inderdaad om zal gaan. En echt iedereen kan daar zijn steentje aan bijdragen! En iedereen mag ervan genieten!