De Franciscaanse Vredeswacht waakte afgelopen week in Stuttgart, Duitsland, bij de ITEC Beurs. De beurs, waar men computergestuurde simulatoren en programma’s kan aanschaffen, waarmee men kan trainen in het doden van medemensen. Tevens is dit een basis voor de handel in tweedehands wapentuig. Roland, Jeroen, Teresa en Sjors waren, tezamen met vele Duitsers, aanwezig bij de beurs om te waken voor vrede gerechtigheid en heelheid van de schepping. Roland Putman ofm schrijft een verslag.
Toen we op de eerste dag bij de beurs aankwamen, werden we overweldigd door wat onze Duitse vredesvrienden allemaal al georganiseerd hadden. Gesteund en gesponsord door ruim 20 organisaties hadden zij kunstwerken, T-shirts en zelfs ‘t koor/orkestje Lebenslaute geregeld om de boodschap van vrede uit te dragen. Met onze tenten en flyers stonden we bij de beursingang, maar er was voor gekozen, om niet voor hal 9 met de ITEC te staan doch langs de route naar een beurs voor de Zorg en verpleging. Het doel was gesteld, om zoveel mogelijk mensen te bereiken en te mobiliseren tegen de handel in wapens in het algemeen en tegen de beurs van Stuttgart in het bijzonder. Het contrast kon niet schrijnender zijn. Waar men bij de éne hal met veel betrokkenheid sprak over de gevolgen van bezuinigingen in de zorg, waren in hal 9 miljarden meer te besteden aan het op afstand verwoesten van de hoop op leven of een vreedzame toekomst.
De vredesdemonstratie was zo opgesteld, dat als de bezoekers het beursterrein op kwamen lopen, ze gelijk al een enorme opblaasfiguur met een gebroken geweer zagen. Op de grond lagen op een bloedrode loper een viertal poppen met bloed doordrenkt. Op de loper lagen ook een 10-tal grote borden met namen van bedrijven, die heel veel geld verdienden aan de wapenindustrie. Verderop stonden evenveel kunstwerken met opvallende, grote gouden neuzen. Hieronder stonden de namen en gezichten van de bedrijfsleiders die miljoenen, zo niet miljarden, omzetten zonder enige rekenschap te geven van het onnoembare leed, wat zij aan miljoenen mensen door wapengeweld, dreiging, afscheiding en dodelijke grenscontroles veroorzaakten.
Naast de “kunstwerken” werd er ook druk geflyerd, waarbij mensen informatie kregen en opgeroepen werden zich te verzetten tegen het wapengeweld en de wapenbeurs in het bijzonder. Op alle dagen waren daarnaast om 15.00 uur één of meerdere sprekers, die inleiding of betogen hielden over de noodzaak en de mogelijkheden om zich tegen de wapenindustrie en voor constructieve vreedzame oplossingen van conflicten in te zetten. De eerste dag waren circa 150 mensen betrokken bij de vredesacties en de nodige media (t.v., radio en schrijvende pers) aanwezig, die zich niet door de vergoelijkende leus van “veiligheid” lieten misleiden, maar de ITEC beurs aan de kaak stelden. Moe maar voldaan vonden we die avond een warm thuis met een heerlijke zelfgemaakte maaltijdsoep bij het gezin waar wij logeerden.
De tweede dag stonden we al vroeg op. Martina had alles al klaargezet voor het ontbijt en was zelf al op de fiets naar het beursterrein. Met de rest van het gezin genoten we een voedzame maaltijd en smeerden we onze lunchpakketten. Onderweg naar de beurs hadden we nog een flinke dobber aan het ontcijferen van de gebruiksaanwijzing voor de O.V. kaartjesautomaat, want zelfs de forenzen konden ons geen raad geven. Toen we aankwamen bij de demonstratie was men dan ook al volop in bedrijf. Inmiddels was het gelukt om van een medewerker van de beurs wat informatie te krijgen over wat er op de ITEC te zien was. Die beurs was afgeschermd, nog meer dan voorgaande jaren. Pas als je in het gebouw was -en dan ook nog maar met bescheiden aanwijzingen- was te zien dat het om de ITEC ging, waarbij elke verwijzing naar militaire toepassingen ver te zoeken was. Het sleutelwoord was “veiligheid” en men verkocht de handel van simulatietechnieken weer onder het mom dat het goedkoper was dan oefeningen met het echte materieel. Op de vraag of dit betekende dat er dus minder uitgegeven hoefde te worden aan wapens bleef het opvallend stil. Wat weer opvallend positief aanwezig was, waren ruim 10 tien jongere (onder de 30 jaar) vredeswakers. Enkele van hen hielden ook doortimmerde en inspirerende toespraken over de bijdrage van Duitse bedrijven aan het oorlogsgeweld.
Indrukwekkend was de inleiding over de gevolgen van de grensbewaking van de Europese Unie. Werd in 1993 nog maar €4 miljoen uitgegeven aan grensbewaking met 110 personen in de organisatie, in 2017 werd het al €1,2 miljard, wat nog maar de helft van de geplande kosten waren en meer dan 10.000 soldaten, die moesten zorgen dat niemand levend over de Europese grenzen zou kunnen komen. Het was een regelrecht horror verhaal hoe de Europese Unie ontwikkelingsgelden inzet om legers in Afrika toe te rusten om vluchtelingen tegen te houden. Grensafscheidingen worden met EU geld opgetrokken, zodat volkeren geconcentreerd en geïsoleerd worden. Bij waterbronnen verrijzen militaire posten, zodat veel meer vluchtelingen in de woestijn omkomen dan in de Middellandse Zee. Het lijken niet de militairen of militanten die via satellieten en drones in de gaten worden gehouden. Onder het mom van data inzamelen voor de veiligheid is in Mali zelfs 95% van alles wat zich verplaatst op het land of water in beeld. In plaats van veiligheid escaleert het geweld, waarbij vele vluchtelingen al sterven buiten het zicht van Europa. Het is huiveringwekkend hoe dat alles met ons belastinggeld gefinancierd wordt!
In de namiddag toen weer een regenbui was overgewaaid, bezochten zo’n 20 deelnemers een werkkamp KZ-Lager aan de andere kant van het vliegveld Stuttgart, terwijl ruim 200 zich aansloten bij de gebedsdienst voor de deuren van de ITEC. Een tweetal evangelische dominees en een katholieke priester gingen voor in de dienst. Met trompetgeschal en gitaarbegeleiding werd de dienst opgeluisterd. Met een vlammende preek werd opgeroepen ons niet door angst te laten leiden. We stonden bij de ITEC voor de poorten van hels wapentuig en een dodelijke ideologie, waartegen we in Gods Vredesnaam onze stem moesten blijven verheffen.
Die avond zouden we nog wat langer blijven waken. Vanaf 20.00 uur stond nog een bijzondere actie op het programma. Een klein kamerorkest met contrabas, dwarsfluit en geschoolde conservatorium stemmen gaf een vredesconcertje voor de wake. Naast de lichtklassieke en een enkel populair nummer was er nog een ingelaste act van een waker, die als muzikaal ondersteunde jongleur zeker niet onverdienstelijk was. Uiteindelijk zouden we tegen 23.00 uur weer ons bed opzoeken.
De laatste dag stond in het teken van inpakken, maar ook met een prachtige apotheose van de wake. Al om 06.30 uur stapte Martine op de fiets om zich voor te bereiden op een demonstratie voor de hal van de ITEC. Nadat we de auto hadden ingepakt voor de terugreis, zochten ook wij onze weg naar de ITEC beurs. Het kleine kamerorkest vormde met haar koor een groep van 20 musici die zich een weg voor de ingang van de ITEC hadden verworven. De aanwezige politie die door de beveiliging was gesommeerd om de groep te verwijderen, nam het voor de musici op. Hier werd immers niet gedemonstreerd maar gemusiceerd. De discussie met de leiding verlegde zich en ineens was niet de demonstratie maar het blokkeren van de uitgang een ontoelaatbaar veiligheidsrisico. Met 8 politieagenten in de rug als stille back vocals werd de uitvoering besloten. Leden van de sambaband Rhythms of Resistance vulden ‘t optreden aan. Ons geluid was gehoord en we hopen dat ze het ook begrepen hebben.
Toen om 12.00 uur de regen iets verminderde, pakten we onze spullen in. Met warme omhelzingen en veel woorden van dank over en weer namen we afscheid van onze Duitse vredesvrienden. Volgend jaar, van 14- tot en met 16 Mei, zal de ITEC in Stockholm, Zweden zijn. De eerste contacten hierover werden al gelegd. Begeesterd en geïnspireerd door zo veel verschillende, oude en ook veel jonge vredesvrienden van diverse politieke stromingen, kerken en (on)gelovigen, gingen we huiswaarts. De terugweg verliep zeer voorspoedig. De weg naar de vrede is nog lang, maar het feit dat we zoveel medestanders mochten ervaren, maakt dat we ons wel gesterkt en bemoedigd voelen en dat maakt het gaan van de weg een stuk beter.
P.S. Van Martina en Harald (ons gastgezin) ontvingen we, toen we terug in Nederland waren, het bericht dat er ongeveer 3500 postkaarten binnen zijn gekomen tegen de ITEC beurs, terwijl 2500 bezoekers en standhouders op de ITEC waren. Kortom: Een klein groepje met kan het grote verschil maken!