

Onder de titel "Voor de zevende dag" dichtte Huub Oosterhuis de inspirerende en diepzinnige woorden:
"Wek mijn zachtheid weer.
Geef mij terug de ogen van een kind.
Dat ik zie wat is.
En mij toevertrouw.
En het licht niet haat."
Antoine Oomen componeerde er een prachtige en verstillende melodie op. Telkens als ik dit lied zing of hoor word ik weer geroerd, maar ook gegrepen. Dit lied staat in vele opzichten haaks op situaties en ontwikkelingen in onze samenleving, waarin niet de zachtheid maar de hardheid prevaleert. Maar ook in ons eigen leven gaat het er niet altijd zacht aan toe.


In het zakenleven gaat het in vele gevallen om steeds meer winst, om de grootste en de beste te zijn. De concurrentie is vaak moordend en extreme doelen worden vaak bereikt over de ruggen van anderen. De tegenstellingen tussen rijk en arm worden er door vergroot. Dit leidt gemakkelijk tot agressiviteit, haat, criminaliteit. Het valt ons moeilijk om door deze schijnwereld heen te kijken.Ook een aantal politieke systemen in delen van de wereld straalt geen zachtheid uit naar zijn bevolking. Het streven naar macht staat centraal en niet de dienstbaarheid naar eigen mensen. Als voorbeeld: Islamitische Staat (IS). Deze gaat wel heel ver in zijn fundamentalistische opvattingen. Moord en plundering worden gerechtvaardigd vanuit hun ideologie. Steden worden platgebombardeerd en er vallen veel slachtoffers.
Kijken we naar het verkeer, dan wordt er op de weg ook niet altijd respectvol met elkaar omgegaan: agressief rijgedrag, schelden, snijden, door rood rijden, etc. In de media wordt regelmatig gesignaleerd dat onze samenleving aan het verharden is. Dichter bij huis kunnen we ook naar ons eigen gedrag kijken. Hoe gaan wij met onze medemens om? Onze samenleving is sterk veranderd in de afgelopen decennia. Mensen zijn meer op zichzelf gericht, zijn bang om te kort te komen, willen steeds meer bezitten, vaak ten koste van anderen. Zelfgenoegzaamheid en jaloezie, oordelen en veroordelen, het eigen gelijk, gebrek aan solidariteit. Het zijn veelgehoorde klachten.
"Als je niet wordt als kinderen zul je het Rijk der Hemelen niet binnengaan."


Jezus zegt: "Als je niet wordt als kinderen zul je het Rijk der Hemelen niet binnengaan." Wanneer we in de ogen van kinderen kijken, kan hun onschuld ons ontroeren. Zij zijn zich van geen kwaad bewust en tonen zich in hun gedrag heel kwetsbaar en zijn spontaan en open. We hebben gemakkelijk compassie met kinderen en ze kunnen ons vertederen. Zij doen een appel op de zachte krachten in het leven die wij soms zijn kwijtgeraakt. Kinderen kunnen ons tot voorbeeld zijn. Dat is ook wat Jezus bedoelt.
Laten wij ons wat meer toevertrouwen aan de zachte krachten om het leven van anderen en van onszelf aangenamer en gelukkiger te maken. Is dit ook niet de diepere betekenis van onze franciscaanse wens "Vrede en alle Goeds"?