impression image impression image

Op zondagmiddag 12 mei reisden vier leden van de Franciscaanse Vredeswacht af naar Stockholm. Het reisdoel was de militaire beurs (ITEC) in de beurs van Stockholm. Op de website van de Stockholmse beurs stond voor deze week geen enkele beurs aangekondigd, maar de vredeswakers hadden al ontdekt dat er maar liefst vier militaire beurzen in de beurshallen van Stockholm zouden zijn. In de afgelopen 10 jaar hadden zij dit nog nooit meegemaakt. Wij kwamen voor de ITEC (International Forum for the Military and Civil Simulation, Training and Education Community), een militaire beurs met demonstratie van wapentechnieken en efficiëntere manieren om zonder direct menselijk contact mensen en doelen te kunnen raken c.q. kapot te kunnen maken.

Daarnaast waren er maar liefst nog drie beurzen voor militairen. Er was een beurs over het vergaren van belangrijke informatie van– en over derden, een andere beurs ging over Undersea Defence Technology en dan ook nog een beurs met als naam: “Electronic Warfare Europe”. Ook al was er aan de buitenkant van de beurs niets te zien van wat er binnen gebeurde, binnen werd onomwonden over defensie en zelfs oorlogsvoering op grote electronische borden gecommuniceerd. Overigens was het niet mogelijk om als buitenstaander verder dan de toegangspoortjes te komen.

We verdienen een veelvoud aan het mogelijk maken van gewapende conflicten, dan we aan ontwikkelingshulp aan de gedupeerde bevolkingsgroepen geven.

impression image impression image

Waarom staan we hier?

Het doel van het flyeren was allereerst om passanten en deelnemers van de beurs aan het denken te zetten over het investeren van miljarden euro’s in geweldadige oplossingen voor conflicten, in plaats van te investeren in dialoog, communicatie, bemiddeling en ontwikkelingshulp in brandhaarden en bij geweldadige conflicten. Immers stijgen per jaar de kosten van het militaire apparaat met 6 miljard (inmiddels meer dan 1800 miljard euro wereldwijd), terwijl wereldwijd nominaal al 20 jaar maar 30 miljard aan ontwikkelingshulp wordt besteed (wat dan ook nog eens door het militair materiaal regelmatig verwoest wordt). Buitengewoon pijnlijk is dat welvarende westerse landen zoals Nederland per hoofd van de bevolking, na Zweden, Israël en Duitsland, het meest aan wapens wordt verdiend (nominaal staat Nederland op de 7e plek). Kortom: We verdienen een veelvoud aan het mogelijk maken van gewapende conflicten, dan we aan ontwikkelingshulp aan de gedupeerde bevolkingsgroepen geven.

Een actueel onderwerp was het leveren van wapens aan Saoedi Arabië. Zweden is de hoofdleverancier van wapens waarmee de machtige oliestaat de bevolking van Jemen tot hongersnood bombardeert. Het is overigens opvallend, hoe stil de internationale gemeenschap hierover zwijgt. In een krantenartikel dat de volgende dag in Stockholm verscheen, stond naast een reportage over de miljarden die in het militaire apparaat omgaan een levensgrote advertentie van het Rode Kruis dat om geld moet bedelen uit diezelfde landen om de getroffen bevolking in Jemen te kunnen helpen.

impression image impression image

In gesprek

We hoorden diverse verhalen van deelnemers, bijvoorbeeld van producenten van medische apparaten, wiens techniek van scannen gebruikt kan worden om bijvoorbeeld meer dan 50.000 zeemijnen in de Baltische zee op te sporen. Deze zorgen dus al meer dan 75 jaar na de oorlog voor slachtoffers.

Opvallend was ook het gesprek met een bestuurslid van de Stockholmse beurs. Hij was door onze Zweedse vredesvrienden benaderd met vragen over de militaire beurzen. Toen hij zelf wilde gaan kijken -in hoeverre in de militaire beurzen ook van wapenhandel sprake was- werd hem zelf de toegang ook geweigerd. Inmiddels moet een bestuursvergadering van de Stockholmse beurs hebben plaatsgevonden en we vermoeden dat de militaire beurzen daar niet meer welkom zijn.

Er waren twee zeer ontwapende momenten, omdat er op twee dagen een internationaal kleuterklasje voorbij kwam met kinderen uit o.a. Eritrea, Gambia, Thailand, Columbia en natuurlijk Zweden. De begeleidsters kwamen naar ons toe, en met de kinderen namen ze een groepsfoto voor de Vredesvlaggen. Vrede begint letterlijk klein!