impression image impression image

Op 27 juli wordt in het kerkelijk jaar van 2019 de sterfdag van pater Titus Brandsma herdacht. Hij is gestorven op 26 juli 1942 in Dachau. Titus is zalig verklaard en wacht nog op zijn heiligverklaring. Als hij heilig wordt verklaard, hebben de karmelieten er een heilige bij. Een gemiste kans, zou je kunnen zeggen, voor de franciscanen. Want, toen Titus elf jaar oud was, ging hij naar het klein seminarie van de franciscanen in Megen. Titus, geboren in Ugoklooster, een gehucht bij Bolsward, was geboeid door de bruine paters aldaar en wilde in hun voetspoor treden. Maar toen hij 17 was, vroeg een pater hem, of het wel zo verstandig was om franciscaan te worden, gelet op zijn zwakke gezondheid. Zodoende maakte Titus de overstap naar de karmelieten.

‘In ons wordt God telkens opnieuw mens.’

impression image impression image

Titus Brandsma werd als Anno Sjoerd in 1881 geboren. Toen hij intrad bij de karmelieten in Boxmeer, ontving hij daar zijn kloosternaam Titus. Later vervolgde hij zijn studie in Rome en werd hij uiteindelijk hoogleraar in Nijmegen. Hij doceerde daar de geschiedenis van de wijsbegeerte en de geschiedenis van de mystiek. Naast zijn hoogleraarschap was Titus Brandsma onder andere geestelijk adviseur van de R.K. Journalistenvereniging. In die hoedanigheid vroeg hij de katholieke dagbladen iedere medewerking aan de N.S.B. te weigeren. Als gevolg van deze oppositie werd hij in januari 1942 gearresteerd en stierf hij een half jaar later op 26 juli in Dachau.

Heel zijn leven is Titus geboeid geweest door de mystiek. Voor Titus was mystiek altijd verweven met het menselijke. In al het menselijke kon hij iets ontdekken van de goddelijke vonk die in ons leeft, hoezeer misschien ook misvormd of aangetast. Voor hem kwam het er in het leven niet op aan om grote dingen te doen, maar om de gewone dingen groots te doen. Omdat in elk mens het goddelijke sluimert, was ‘ken uzelf’ een van zijn lijfspreuken. Hij zei: ‘In ons wordt God telkens opnieuw mens.’ Hoewel hij het nationaalsocialisme veroordeelde, wees hij individuele mensen nooit af en zocht hij steeds naar verzoening. Zo sprak hij in Amersfoort met de bewakers en vroeg aan andere gevangenen voor hen te bidden. Toen een gevangen hem zei, dat hij dat niet kon, antwoordde Titus in alle nuchterheid: ‘Ach, het hoeft ook niet de hele dag, met een gebed is de goede God al blij.’ Zijn leven heb ik ooit samengevat in een gedicht:

impression image impression image

Titus Brandsma

hij groeide op in ugoklooster
rond boerderij en oeverriet
door een geheim werd hij bewogen
dat neerstreek in een vogellied

de stilte, waaien van de wind
het zoeken naar de levensbron
waar diep een vogel zucht en zingt
die vuur en stem geeft aan een mond 

dat gaf het broze lijf een kracht
een weerstand die geen weermacht vreesde
de arend werd ten val gebracht
de kieviet vloog en zong het leven

een vlam van liefde dreef hem voort
de nacht werd lichter door zijn woord