impression image impression image

Hoe is het om in armoede te verkeren? De laatste jaren is daar veel over naar buiten gekomen. Veel programma’s op televisie hebben daar aandacht aan besteed, elk met een eigen invalshoek. Gezinnen werden gevolgd, opnames bij voedselbanken of schuldhulpverleners, achterstandswijken en wat al niet meer. Veel ervaringsverhalen verschenen in boekvorm, blogs of vlogs. Dit alles geeft aan dat armoede bestaat, laat zien welke kenmerken het in de wereld van vandaag heeft en het toont mensen die er voor uit durven te komen. Als er al schaamte bestaan zou hebben, dan zijn deze personen die schaamte voorbij.

 

impression image impression image

“Armoede is geen schande”, wordt nog wel eens aangehaald. Een gewaagde uitspraak. Want het is maar net hoe jij staat ten opzichte van die armoede. Kijk je van buitenaf tegen armoede aan of zit je er middenin? Dat maakt veel verschil. Van buitenaf kun je ‘armoede is geen schande’ aanvullen met ‘maar het is wel een schande als er niets aan gedaan wordt’. Dan heb je het over mensen die de handen uit de mouwen steken en er wat aan doen. Gelukkig zijn dat er velen. Zowel professioneel als vrijwillig zijn veel mensen doende om armoede te bestrijden. Om zowel structureel de oorzaken aan te pakken (en aan te passen) alsook om de gevolgen te verminderen. Een hele business op zich.

Als je in de knel zit, schulden hebt, geen uitweg meer ziet, dan zit je zelf midden in die armoede. Dan is het maar de vraag of je er voor uit wilt komen. Van oudsher is geleerd om je eigen broek op te houden. Niet alleen van oudsher, ook vandaag de dag is dat zo. Van iedereen wordt verwacht dat zij of hij de eigen boontjes dopt en dat ook op een goede manier doet. We weten dat er maar weinig nodig is om dat fout te laten lopen. En dan zit je daar in de put. Bekeken met ogen die vaak uitdrukken dat het je niet gelukt is, dat je een loser bent. Er is dus nogal wat voor nodig om er voor uit te komen dat je in armoede verkeert. En dat lukt lang niet iedereen.

 

Het is daarom dat er nog steeds een kloof zit tussen het aantal mensen dat in armoede verkeert en het aantal mensen dat daadwerkelijk aanklopt om hulp.

impression image impression image

Het is daarom dat er nog steeds een kloof zit tussen het aantal mensen dat in armoede verkeert en het aantal mensen dat daadwerkelijk aanklopt om hulp. Een grote groep mensen is niet te vinden. We kunnen berekenen en weten dat ze er zijn, maar ze melden zich niet. Er is een mooie term voor: ‘verborgen armoede’. Of: ‘ze bevinden zich onder de radar’. Bij ons in de parochie en in de gemeente is dit onderwerp regelmatig aan de orde. Zonder dat er vooruitgang wordt geboekt. De groep ‘vermisten’ wordt amper kleiner. Laatst nog weer een hele discussie daarover meegemaakt.

Ik kan me voorstellen dat een deel van deze groep ‘vermisten’ er bewust voor kiest om dit niet bekend te laten worden. Ook in deze extreme omstandigheden redden ze zich wel en ontzien zich daarvoor het nodige. Het is hun keuze en hun waardigheid. Als je zo bewust afziet van hulp: petje af.

Bij een ander deel zal de schaamte een grote rol spelen, misschien wel een overheersende rol. Het opzien tegen al het gedoe, die hele bureaucratie, alle formulieren en vragen. En dan ook nog een stempel krijgen van: jij hoort ook bij die groep die het niet redt in deze maatschappij, jij bent afhankelijk. Dit is wel de groep die het eigenlijk anders zou willen. Die best wel van hulp gebruik wil maken. Nu komen ze tekort, doen zichzelf te kort, hun gezin, hun kinderen. Zo’n situatie vraagt om medemensen die met liefde en oog voor de waardigheid van iedere mens in zo’n situatie kunnen gaan staan. Mensen die niet alleen maar willen helpen, maar voorbij de schaamte kunnen kijken en de mens blijven zien. Het evenbeeld van jezelf. Daar waar zulke medemensen zijn, ontstaat ruimte om uit de schulp te kruipen. Daar gaan mensen hun schaamte voorbij.