impression image impression image

In mijn vorige blog sprak ik over ‘de weg van de solidariteit en oprechte gemeenschapszin’. Dat is de weg die wij – na de pandemie – zullen moeten gaan om wereldomspannende sociaal-politieke spanningen en klimaatproblemen op te kunnen lossen. Want we leven anno nu in één wereldsamenleving, die nog verre van duurzaam en vreedzaam is.

In deze blog bouw ik voort op de gedachten uit mijn vorige blog, die niet bijster origineel zijn. Want anderen braken vele jaren terug reeds een lans voor zo’n solidaire wereldsamenleving. Zo schreef de Zwitserse visionair Rudolf Steiner (1861–1925) een eeuw geleden al:

“Als mensen er over na zouden denken, dan zouden ze vinden dat men veel meer ten koste van anderen leeft dan men gewoonlijk meent. Iedereen leeft namelijk ten koste van anderen. Maar nu zal zich het bewustzijn gaan ontwikkelen dat het leven ten koste van anderen – ook in de gemeenschap – hetzelfde betekent als wanneer een bepaald orgaan zich op onrechtmatige wijze in een organisme ontwikkelt ten koste van een ander orgaan. En dat het geluk van de afzonderlijke mens in werkelijkheid niet mogelijk is zonder het geluk van het geheel. Natuurlijk vermoeden de mensen dat tegenwoordig nog niet. Maar dat zal geleidelijk aan een basisgedachte worden van een werkelijk menselijke moraal.” (Berlijn, 19 maart 1918)

impression image impression image

En de protestantse zendingsarts en theoloog Albert Schweitzer (1875–1965) kreeg in 1952 de Nobelprijs voor de Vrede voor de door hem ontwikkelde ethiek die ‘eerbied voor al het leven’ bepleit. Hij zei:

“Het is goed om leven te behouden en leven te bevorderen en leven dat in staat is zich te ontwikkelen tot zijn hoogste waarde te brengen, het is kwaad om leven te vernietigen, afbreuk te doen aan leven en leven dat in staat is zich te ontwikkelen te belemmeren.

(…) Ethisch is de mens slechts, als haar het leven als zodanig, dat van de planten en dieren evengoed als dat van de mens, heilig is en zij zich wijdt aan leven, dat hulp nodig heeft. De ethiek van eerbied voor het leven omvat dus alles, wat men met liefde, toewijding, medelijden, medevreugde en medestreven kan aanduiden. (…)

De ethiek van eerbied voor het leven is de in het universele uitgebreide ethiek der liefde. Zij is de ethiek van Jezus.”

impression image impression image

De ethiek van Jezus, het handen en voeten geven aan Gods liefde, had achthonderd jaar eerder Franciscus van Assisi (1182–1226) al geïnspireerd. Die wilde het evangelie (be)leven: in de voetstappen van Jezus treden! Hij verliet zijn smalle leventje, dat draaide om geld, status en macht. De dingen waarmee een mens een muur optrekt tussen zichzelf en alle mensen die arm, onbekend en onbetekenend blijven.

Hij verliet dat sterk verengde leventje en won een wereld. Hij werd een bevrijde universeel denkende en voelende wereldburger. En aan het eind van zijn leven welde er daardoor zelfs een Loflied op uit zijn binnenste waarin hij alle schepselen – als broeders en zusters – bezag en bezong: het lied van broeder Zon!

Franciscus brak met alle systemen die mensen kleineren, veroordelen en uitsluiten. En hij drukte zichzelf en zijn medebroeders en -zusters op het hart om zich nooit en te nimmer iets ‘toe te eigenen’ of in te pikken. Om nooit te hoeven zeggen: blijf af, dit is alleen van mij! Terwijl hij aan de andere kant volhield dat ‘noden wetten breken’; dat armen en noodlijdenden het volste recht hebben op aalmoezen, op de solidaire steun van hen die meer dan genoeg hebben!

impression image impression image

Misschien vraag je je af, waarom ik deze dingen neerschrijf in een blog over het thema Duurzaamheid? Ik doe dat omdat ik steeds meer tot het inzicht kom dat duurzaam handelen meer is dan het toepassen van slim doordachte technologische snufjes. En het gaat verder dan afval scheiden, biologisch eten en spullen hergebruiken. Want de opbouw van een duurzame samenleving begint ver voor het ‘doen’ en het ‘handelen’. Het begint in het hart, het begint met anders leren kijken, voelen en denken.

Ik geloof dat het verlangen naar duurzaamheid op elk gebied – wil het oprecht zijn en standhouden – uiteindelijk dient op te wellen uit het hart, uit je binnenste, zodat je jezelf er met al je vezels aan kunt verbinden. We dienen ons – van binnenuit – verbonden te weten als broeders en zusters om echt ‘te gaan’ voor die ene duurzame wereldsamenleving.

Dat in onze harten het besef mag groeien ‘dat het geluk van de afzonderlijke mens in werkelijkheid niet mogelijk is zonder het geluk van het geheel’. En dat ‘het leven als zodanig, dat van de planten en dieren evengoed heilig is als dat van de mens’. Want pas dan zullen we het ‘Loflied op – en van – de schepselen’ uit volle borst mee kunnen zingen! Pas dan leggen we een solide basis voor een vreedzame en duurzame samenleving.