impression image impression image

Drie jaar geleden zat ik midden in de verhuisrommel. Ik stond op het punt om te emigreren. Niet zo’n spectaculaire emigratie: van Nederland naar België. Maar toch een sprong in het diepe. Tijdens de beroepingsprocedure was ik steeds heel duidelijk geweest over mijn voorgeschiedenis: mijn voorgeschiedenis in de vredesbeweging, in de beweging van solidariteit met Palestina en in het klooster. Bij eerdere sollicitaties was het hier nogal eens op gestrand: liever niet zo’n ‘politieke activist’ op de kansel. De beroepingscommissie in Vilvoorde wilde er wel van alles over weten, maar uiteindelijk vormde het kennelijk geen beletsel. Dus waagde ik de sprong; een sprong in het – zij het wat aarzelende, het bleef spannend – vertrouwen dat Gods roepende stem hier aan het werk was. Want predikant worden in Vilvoorde, helemaal in België: dat had ik zelf nooit verzonnen.

impression image impression image

Het is allemaal anders gelopen. Die voorgeschiedenis waar ik zo open over was geweest, stuitte bij een deel van de gemeente op bezwaren. Niet eens het grootste deel van de gemeente, maar wel een deel dat zich duidelijk liet gelden. Gaandeweg kreeg ik steeds meer het gevoel dat ik toch op de verkeerde plek terecht was gekomen. Hoe kon ik dat rijmen met dat eerdere gevoel van naar Vilvoorde geroepen worden? Geen idee, maar een koppig stemmetje in mijn achterhoofd weigerde om dat besef van geroepen-zijn op te geven. Misschien wel omdat ik het zelf nooit verzonnen zou hebben, om in Vilvoorde predikant te worden. Nochtans (om het op z’n Belgisch te zeggen) ging ik dit voorjaar, na overleg met de kerkenraad, op zoek naar een andere werkplek. Geleid door het Gebed tot de Gekruisigde van Franciscus, zoals het verwoord wordt in de Leefregel voor de Vereniging van Broeder Frans en dat in mijn iets aangepaste versie besluit met “het besef en de kennis, Heer, om te onderscheiden én te volbrengen wat Gij ten diepste van mij verlangt”.

impression image impression image

Die nieuwe werkplek vond ik, en verrassend gauw nog ook. In mei van dit jaar werd de vacature opengesteld voor een stadspredikant/straatpastor in Gent. Een baan op het grensvlak van kerk en samenleving, ten dienste van de meest kwetsbare mensen in de stad Gent. Eigenlijk het soort baan waarvoor ik jaren geleden theologie was gaan studeren…. Om een lang verhaal kort te maken: men wilde mij graag op die plek in Gent hebben. Acht dagen na het eerste gesprek was mijn benoeming officieel. Ik was gewoon overdonderd door de vaart waarmee het allemaal gegaan was.

Dus zit ik nu er wéér midden in de verhuisrommel, ditmaal van een verhuizing binnen België. En heb ik een baan in het vooruitzicht waar ik heel veel zin in heb. Hoe verhoudt zich dit nu met dat gevoel, naar Vilvoorde geroepen te zijn? In ieder geval weet ik dit: was ik niet naar Vilvoorde gekomen, dan was ik nooit zo bekend geweest met de mensen binnen de VPKB. Dan had ik mogelijk nooit geweten dat die vacature er was. En was het in Vilvoorde allemaal koek en ei geweest, dan had ik de vacature wel gezien, maar vermoedelijk gedacht: “o, wat een leuke baan, maar ja, ik ben naar Vilvoorde geroepen….”. Nu viel het op een wonderlijke manier allemaal samen. Waaruit maar weer blijkt – zeg ik toch weer met enige aarzeling, want het blijft spannend – dat God soms recht schrijft met kromme pennen. Dat vertrouwen op God betekent: soms dingen doen die je zelf nooit verzonnen zou hebben. En dat een sprong in het diepe heel anders kan uitpakken dan je denkt, maar op de één of andere manier wél steeds de moeite waard blijft.

Gij, Allerhoogste,

verlicht de duisternis van mijn hart,

schenk mij een oprecht vertrouwen,

een vaste hoop en Uw bestendige liefde,

en het besef en de kennis, Heer,

om te onderscheiden en te volbrengen

wat Gij ten diepste van mij verlangt.