impression image impression image

Uit je comfortzone

Eén van de dingen waar denk ik iedere beginnende straatpastor wel tegenaan loopt, is de vraag: “hoe knoop je nou zomaar op straat een gesprek aan met iemand die dakloos is?” Tenminste, in een ontmoeting die ik een paar maanden geleden had met vier Nederlandse collega’s, bleek dat wij alle vier wel in meer of mindere mate met die vraag worstelden. Ga er ook maar eens aanstaan, gewoon in een parkje, in een bushokje of op een muurtje naast iemand gaan zitten en dan een gesprek beginnen. Ik vind dat zelf ook heel spannend. Toch heb ik het nu al een paar keer gedaan. Soms gaat dat moeizaam. Maar ook ben je soms, voor je ’t weet, intens met iemand in gesprek.

Het helpt enorm als je elkaar al eens op een andere plek ontmoet hebt. Daarom zijn de ochtenden en middagen die ik op dit moment doorbreng in verschillende inloophuizen ook zo belangrijk. En niet te vergeten: het voetbalteam. Dan kan het zomaar gebeuren dat ik door één van de oude straatjes van het Gentse centrum loop, zonder specifiek doel voor ogen behalve ‘aanwezig zijn’, en dat ik dan één van mijn voetbalmakkers tegenkom. Vandaag is dat Nicholas, een heel open en vriendelijke jongen, die met een paar vrienden op een bankje zit. Dus ga ik daar even bij zitten, we praten wat over het voetbal en over de afgelopen zomer. En een kwartiertje later, als ik alweer afscheid heb genomen van Nicholas en z’n vrienden, tref ik op de Korenmarkt Claire aan. Claire is één van die mensen waar ik gewoon maar eens naast ben gaan zitten en met wie het vanaf het eerste moment geklikt heeft. Inmiddels kennen we elkaar een beetje, dat maakt het een stuk makkelijker. Het gaat met haar niet zo goed op dit moment. Ze heeft veel last van haar voeten - iets dat vaker voorkomt bij straatbewoners. Ik wijs haar toch maar weer eens voorzichtig op de pedicure die iedere dinsdag haar diensten verleent in één van de inloophuizen in de stad. Ze zal er eens over nadenken. Dat is in ieder geval een begin - eerder was ze er helemaal niet zo happig op. Als ik wegga wensen we elkaar een hartelijk “tot de volgende!”.

Nochtans moet ik nog steeds iets overwinnen vóór ik ‘zomaar’ de stad in loop en ‘zomaar’ een gesprek begin. Het vraagt nog steeds om uit je ‘comfort zone’ te komen en dat valt niet mee. Zo zal Franciscus - althans, dat stel ik me zo voor - ook iets hebben moeten overwinnen vóór hij van z’n paard af kwam en een melaatse omhelsde. Voor mezelf weet ik, dat het hoort bij dit werk; ik zal eraan moeten wennen. Intussen heb ik vanmiddag twee heel fijne ontmoetingen gehad, en besloot ik toen ik thuiskwam dat ik als straatpastor in Gent het mooiste beroep van de wereld heb.