Het Zonnelied
Allerhoogste, almachtige, goede Heer,
van U zijn de lof, de roem, de eer en alle zegen.
U alleen, Allerhoogste, komen zij toe
en geen mens is waardig uw naam te noemen.
Wees geprezen, mijn Heer door al uw schepselen,
vooral door mijnheer broeder zon,
die de dag is en door wie Gij ons verlicht.
En hij is mooi en straalt met grote pracht;
van U, Allerhoogste, draagt hij het teken.
Wees geprezen, mijn Heer, door zuster maan en de sterren.
Aan de hemel hebt Gij ze gevormd, helder en kostbaar en mooi.
Wees geprezen, mijn Heer, door broeder wind
en door de lucht, bewolkt of helder, en ieder jaargetijde,
door wie Gij het leven van uw schepselen onderhoudt.
Wees geprezen, mijn Heer, door zuster water,
die heel nuttig is en nederig, kostbaar en kuis.
Wees geprezen, mijn Heer, door broeder vuur,
door wie Gij voor ons de nacht verlicht;
en hij is mooi en vrolijk, stoer en sterk.
Wees geprezen, mijn Heer, door onze zuster, moeder aarde,
die ons voedt en leidt,
en allerlei vruchten voortbrengt, bonte bloemen en planten.
Wees geprezen, mijn Heer, door wie omwille van uw liefde
vergiffenis schenken, en ziekte en verdrukking dragen.
Gelukkig wie dat dragen in vrede,
want door U, Allerhoogste, worden zij gekroond.
Wees geprezen, mijn Heer, door onze zuster de lichamelijke dood,
die geen levend mens kan ontvluchten.
Wee hen die in doodzonde sterven;
gelukkig wie zij in uw allerheiligste wil vindt,
want de tweede dood zal hun geen kwaad doen.
Prijs en zegen mijn Heer,
en dank en dien Hem in grote nederigheid.
Het ontstaan van een nieuwe lofzang
Twee jaar voor zijn dood lag Franciscus zwaar ziek in een uit stromatten opgetrokken celletje bij San Damiano. Hij lag er al vijftig dagen. Vanwege zijn oogkwaal kon hij overdag het zonlicht niet verdragen en 's nachts was het haardvuur hem al te veel. Hij lag dan ook altijd in dat celletje in het donker met heel veel pijn, waardoor hij niet kon slapen. Bovendien krioelde het daar van de muizen die voortdurend over hem en rond hem heen liepen en hem het slapen en het bidden onmogelijk maakten.
Op een nacht lag hij erover te peinzen dat hij toch wel erg veel moeilijkheden en beproevingen te verduren had. Hij bad in stilte: “Heer, kijk naar mij om en help mij mijn kwalen geduldig te dragen.” Op dat moment werd hem in de geest gezegd: “Broeder, wees opgetogen en blij, hoe ziek je ook bent en hoezeer je ook beproefd wordt. Want vanaf dit moment mag je je even veilig weten als was je reeds in mijn Rijk.”
De volgende morgen vertelde Franciscus zijn gezellen wat hem overkomen was en hij vervolgde: “Om de Heer te prijzen en mezelf te troosten en te bemoedigen en om anderen te stichten wil ik een nieuwe lofzang maken op de Heer, een lofzang over zijn schepselen.” (Uit: Herinneringen 83)
Zo ontstond het Zonnelied, de Lofzang van de Schepselen, waarin Franciscus’ diepe geloof in God en zijn grote bewondering voor de schoonheid van de schepping samenkomen. Het Zonnelied is van grote waarde voor iedereen die zich door de franciscaanse spiritualiteit wil laten inspireren en voor iedereen die zich begaan voelt met de aarde en de aantasting van onze leefomgeving. Onder hen mogen we zeker paus Franciscus rekenen, die in 2015 de encycliek Laudato Si’ schreef. In deze pauselijke brief spoort hij alle mensen van goede wil aan om beter te zorgen voor het gemeenschappelijk huis waarin wij wonen, voor onze aarde en het milieu.
De inhoud van het Zonnelied
In het Zonnelied klinkt de grondhouding in het leven van Franciscus. Daarover lezen we ook in de vele verhalen over zijn leven, zoals in het verhaal over Franciscus en de wolf. Alles wat Franciscus waarneemt, ziet hij als voortkomend uit de hand van de Schepper: de mens, de dieren, de bomen en planten, de natuurverschijnselen, de aarde en de aardse elementen (aarde, lucht en wind, water, vuur) en ook de dood ‘waaraan geen levend mens kan ontvluchten’. Heel de schepping is een creatie van de Scheppende en daarom ziet hij alle schepselen als gelijkwaardig aan elkaar, als zijn broers en zussen.
Wie het Zonnelied leest en overweegt, komt als vanzelf tot een eerbiedige, broederlijke en zusterlijke manier van omgang met alle schepselen in deze wereld. Wie zo naar de aarde en naar de natuur kijkt, gaat daar als vanzelf anders mee om. Dan leer je om betrokken te zijn op wat er om je heen gebeurt en leeft; dan voel je en zie je de kwetsbaarheid van het leven en leer je om in alle eenvoud je medeschepselen tegemoet te treden. Dan groeit bewondering en verwondering en eerbied voor de wereld om je heen.
In het Zonnelied worden de ‘hemelse elementen’ gepresenteerd in de vorm van de zon, maan en sterren; en de ‘aardse’ oerelementen wind, water, vuur en aarde. Daarna volgt ‘de mens’ met zijn doen en laten. Het lied sluit af met een herhaalde oproep om onze Schepper te loven.
Dit lied bezingt bovenal de verbondenheid met de geschapen werkelijkheid, inclusief de verbondenheid met de diepste breuk die wij mensen kunnen ervaren in ons leven, de breuk veroorzaakt door schuld en dood.
Het lied is tegelijk een protest tegen het onderwerpen en roekeloos exploiteren van de aarde. Het laat een vorm van verbondenheid met de aarde zien die lijnrecht staat tegenover de meer verspreide en meer aanvaarde houding van louter gewin en voordeel voor de mens.
Het laatste woord in het Zonnelied is het woord ‘nederigheid’. Franciscus eigent zich niets toe, hij kijkt niet neer, maar hij hoogacht en bewondert. Opvallend hierbij is dat Franciscus ervoor kiest om niets te zeggen over de verschrikking en de verwoesting die de elementen kunnen aanrichten, alsof hij duidelijk wil maken dat verschrikking en verwoesting (misschien allereerst in hem- en onszelf) niet het laatste woord hebben. Hij maakt de keuze om onze ‘aardsheid’ in dankbaarheid te aanvaarden en God daarvoor te loven en te prijzen.
Broeder zon
Franciscus noemt de zon het eerst; als een teken of symbool van de Allerhoogste. De zon geeft warmte, energie en groeikracht. Het nieuwe ochtendlicht is symbool voor een positieve kracht die we God noemen.
Kijk je direct in de zon, dan raak je verblind. De scheppende is niet kenbaar via zichzelf, alleen via de schepselen, waarvan de zon bij voorkeur het zinnebeeld is voor God. De zon gaat iedere morgen vanzelf weer op, maar zo gemakkelijk breekt het licht niet in ons door. Dat vraagt inzet en aandacht, oefening en geduld. Vaak laten we ons door het donker naar beneden trekken.
Zuster maan
Als Franciscus s ’avonds naar de hemel kijkt ervaart hij Gods lieflijke en troostende aanwezigheid.
Broeder vuur
Bij Franciscus is het vuur in positieve zin geformuleerd. Hier gaat het om innerlijk gezuiverd en verlicht zijn, en door het vuur van de Heilige Geest ontstoken, de voetstappen van Jezus Christus te kunnen volgen. Het vuur is een symbool voor loutering en zuivering en daarmee van omvorming, omkeer en geestelijke groei.
Volgens Thomas van Celano zag Franciscus in het vuur een vlam en afstraling van het eeuwige licht. Hij gebruikt hiervoor het woord ‘mooi’. Dat woord gebruikt Franciscus ook voor de lichten zon en maan. Daarnaast is voor Franciscus vuur vrolijk, stoer en sterk. (Uit: FL jaargang 100 nummer 6, P. Vermaat)
Zuster water
Water heeft voor Franciscus niets dreigends, het water is voor hem dienend en zorgend aanwezig. Franciscus noemt het water ‘nuttig, nederig, kostbaar en kuis’. Broeder wind en vuur worden actief beschreven, water meer passief. Water is een belangrijke levensbron voor mens, dier en plant. Toen de eerste minderbroeders in Erfurt aankwamen, vroeg men hen welk klooster te bouwen voor hen. Omdat broeder Jordanus nooit een klooster van de orde had gezien zei hij: ‘Ik weet niet wat een klooster is. Laat ons alleen een huis aan het water bouwen. Dan kunnen wij daar onze voeten wassen’. (Uit: Ze kwamen met blote voeten)
Broeder wind
Franciscus is als een kind van de wind. Hij leerde te leven van de wind en stond open voor de ontmoeting met de Allerhoogste. Het is een openstaan voor een kracht die geen heilige huisjes duldt en alle scheidsmuren omver blaast. Want het is de adem van God die plant en die uitrukt, die bouwt en weer afbreekt (Jr. 45,4). Wie zich met zo’n sfeer verwant voelt, staat innerlijk open voor vernieuwingen.
Zuster moeder aarde
Franciscus noemt de aarde ‘moeder’. Moeder aarde die het leven dat zij van de Schepper heeft ontvangen op haar beurt weer doorgeeft. We lezen dat ook terug in Genesis 2:7, hoe God de mens uit het stof van de aarde vormde en de mens levensadem inblies.
De aarde is een bron van leven door de rijkdom die ze aan ons schenkt: vruchtbaarheid. Denk maar aan de grote verscheidenheid aan gewassen die ons tot voedsel kan dienen; en grondstoffen om van alles en nog wat te maken om ons leven aangenamer mee te maken. Dit behoort ons niet toe, we mogen dit niet opeisen als ons bezit.
Zuster dood
In het Zonnelied gaat het niet enkel over al het mooie van de schepping. We zien ook een andere zijde, namelijk dat lijden en pijn ook tot het leven behoren en dat je gevraagd wordt om dit in vrede te dragen. Hier wordt God geloofd om de mens die daartoe in staat is. Franciscus werd in het begin bespot, uitgescholden en met modder nagegooid, maar wist met zijn broeders al deze beproevingen te verdragen. En dat omwille van Jezus, die volgens Franciscus zelf ook was bespot, vernederd en moest lijden. En die ondanks alles aan het kruis bad: ‘Vader, vergeef het hun want zij weten niet wat zij doen.”
In het Zonnelied komt Franciscus uit bij de mens die ‘nederig en klein’ is. De beweging gaat van hoog naar laag. Het gaat hier om de de mens die heel wil worden, wil herstellen wat onaf is en die bereid is om telkens opnieuw te beginnen, zich om te keren en terug te keren naar de Bron van al wat bestaat. Het is een oefening in toevertrouwen aan Gods neerdalende liefde. Hieronder valt ook het bewustzijn van eigen dood en sterfelijkheid.
Franciscus spreekt met twee woorden over de dood. Hij onderscheidt de dood van het lichaam, die hij ‘zuster dood’ noemt. Dit ziet hij als een natuurlijk gegeven de eindigheid van het leven. Anderzijds is er ook sprake van een andere dood; de geestelijke dood. Dat je als mens eeuwig van God gescheiden zou worden. Deze dood is niet bestemd voor de mensen die God liefheeft. Het geloof geeft het vertrouwen dat niets ons kan scheiden van Gods liefde, daarom mogen we de dood onze zuster noemen.
Aan de slag met het Zonnelied
Wandelen en pelgrimeren
In 2025 pelgrimeren we ter ere van het Zonnelied door Nederland. Loop je een of meerdere etappes mee? Hier lees je alles over de pelgrimstocht en kun je je inschrijven.
Wil je in je eigen omgeving wandelen? Maak dan in je eentje of samen een eigen Zonnelied-wandeling.
Vieringen
Hier vind je een liedbundel met gezangen geïnspireerd op het Zonnelied.
Verdieping en bezinning
Twee centrale thema's in het Zonnelied zijn Loven en prijzen en Broeder- en zusterschap.
Het Zonnelied is een loflied. Telkens weer klinkt het ‘Wees geprezen, mijn Heer…’; in totaal 8 keer. God loven en prijzen, dat lijkt bij Franciscus gemakkelijk en vanzelfsprekend. Voor mensen in onze tijd liggen daar toch enkele struikelblokken. Hier vind je een verdiepingsblad bij dit thema.
Bij het thema Broeder- en zusterschap is dit verdiepingsblad beschikbaar. Franciscus noemt alle schepselen broeder en zuster. Dat is opvallend, en het is ook nieuw. Zo wordt in de middeleeuwen beslist niet aangekeken tegen de schepping; de natuur is eerder een machtige vijand. In onze tijd is een andere houding tegenover de natuur sterk aanwezig: we zien de natuur als object om te gebruiken. Wat betekent het voor onze verhouding tot de natuur als we daarmee een broeder-/zusterschap onderhouden?
Maak een natuurmandala
Voor Franciscus was de hele schepping een broeder-/zusterschap, daaronder verstaat hij óók zuster dood. Leven en dood horen allebei bij de kringloop van het leven; de natuur maakt voortdurend een proces door van groeien, bloeien en loslaten. Ook mensen hebben soms een worsteling nodig om te worden waarvoor we uiteindelijk zijn bestemd. Door een natuurmandala te maken kun je stilstaan bij wat die thematiek uit het Zonnelied voor jou betekent.
Meditaties
In dit boekje zijn negen meditaties gebundeld waarin het gehele Zonnelied aan de orde komt. In het boekje staan ook bezinningsteksten, schriftlezingen en gebeden.
Bezinningskaarten
In deze bezinningskaarten vind je vragen over het Zonnelied. Bezin je op de rol van broeder zon, zuster maan, broeder wind, zuster water, broeder vuur, zuster moeder aarde en zuster dood in jouw leven.
Verwonderkaarten
Ga eropuit met deze verwonderkaarten voor een oefening in aandacht, en verwonder je over al het moois dat de lente, zomer, herfst en winter te bieden hebben.
800 jaar Zonnelied en 10 jaar Laudato Si'
In 2025 vieren we de groeiende aandacht voor een duurzame omgang met de aarde én elkaar. Het is dan 800 jaar geleden dat Franciscus zijn Zonnelied of de 'Lofzang van de schepselen' voltooide, waarin hij de verbondenheid van de mens met God en alle schepselen bezingt en hij God dankt omwille van de schepping. Bovendien bestaat de encycliek Laudato Si’ van paus Franciscus dan 10 jaar, de pauselijke brief waarin hij alle mensen van goede wil aanspoort om beter voor de aarde en het milieu te zorgen.
Vier mee!
Help jij mee om 800 jaar Zonnelied en 10 jaar Laudato Si’ te vieren? We gaan een jaar vol inspirerende initiatieven tegemoet. We lopen het Zonneliedpad, een pelgrimstocht van Leeuwarden naar Brabant. Hier kun je meer lezen en je inschrijven. Daarnaast zullen allerlei geloofsgemeenschappen en individuen in 2025 extra aandacht besteden aan het Zonnelied en Laudato Si’. Een overzicht vind je hier in de agenda.
Heb je zelf een idee voor een activiteit? Welke kwaliteiten of materialen heb jij om mensen in aanraking te brengen met het Zonnelied en Laudato Si’? Meld je idee aan bij de Franciscaanse Beweging en de Laudato Si’ Alliantie Nederland (klik hier).
Dit jubileumjaar wordt gecoördineerd door de Franciscaanse Beweging en de Laudato Si’ Alliantie Nederland. De uitvoering gebeurt door lokale vrijwilligers. Kijk op zonnelied-laudatosi.nl voor alle informatie over dit project.